25 jan. 2022

Steeds meer mede-eigendommen zijn uitgerust met bewakingscamera's in de inkomhal of bij de toegangsdeur. Wie beslist over de plaatsing van deze camera's, en kan een mede-eigenaar zich ertegen verzetten? De Belgische wetgeving biedt een kader voor deze praktijk en stelt duidelijke verplichtingen en grenzen.

Wie besluit een beveiligingscamera te installeren?

Een mede-eigenaar kan deze beslissing niet alleen nemen. De kwestie moet worden besproken en in stemming worden gebracht op de Algemene Vergadering.

Waar kan ik de teksten vinden die over dit onderwerp gaan?

Deze wet is zelfs van toepassing op besloten plaatsen die niet toegankelijk zijn voor het publiek, hetgeen overeenkomt met inkomhallen. Deze regelt het gebruik van beelden die door bewakingscamera's zijn gefilmd, alsook de bewaring ervan. Video-intercoms en dummy-camera's vallen niet onder de wet.

  • De GDPR (General Data Protection Regulation - Europese regulering van gegevensbescherming)

De mede-eigendom moet de GDPR toepassen, er is dus een rechtsgrondslag nodig om de aanwezigheid van camera's te rechtvaardigen en er moet een evenredigheid worden gevonden tussen de behoefte aan veiligheid en de bescherming van de private levenssfeer. Zo kan een camera in de lobby of bij de ingang van de kelder gemakkelijk worden gerechtvaardigd maar zal het moeilijker zijn om een geldige verklaring te vinden om camera's op elke overloop te plaatsen.

  • De wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van fysieke personen ten aanzien de verwerking van persoonlijke gegevens (kaderwet)

Deze wet, die op 5 september 2018 is bekendgemaakt, vervangt de Privacywet van 8 december 1992.

Wat zegt de wet?

Mensen moeten worden gewaarschuwd voor de aanwezigheid van een camera door het duidelijk weergeven van een pictogram. Dit pictogram, alsmede de afmetingen en het materiaal van zijn drager, zijn vastgesteld bij de Koninklijke Besluiten van 10 februari 2008 en 28 mei 2018.

De voor deze camera's verantwoordelijke personen of organisatie moeten duidelijk worden geïdentificeerd en op deze poster worden vermeld, zodat men contact met hen kan opnemen indien een persoon zijn rechten wil doen gelden.

Als de camera buiten wordt geplaatst, moet hij zo worden gericht dat hij op de ingang is gericht en niet te veel van de openbare ruimte filmt.

Voor camera's die binnenshuis filmen, moet de syndicus een register bijhouden van de verwerking van beelden van bewakingscamera's. Dit register moet zo nodig aan de gegevensbeschermingsautoriteit kunnen worden toegezonden. Dit register vervangt de vroegere verklaring aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

De vergadering van mede-eigenaars moet de aanwezigheid van camera's uiterlijk de dag voordat ze in werking worden gesteld aan de politie meedelen. Deze aanmelding moet elk jaar hernieuwd worden en eventuele wijzigingen, zoals het aantal camera's, moeten erbij gemeld worden.

Opslag en gebruik van bewakingsbeelden

De beelden worden in principe een maand bewaard. Indien zij afkomstig zijn van camera's die aan de voorschriften voldoen, kunnen zij als bewijsmateriaal worden gebruikt indien zij schade aantonen of het mogelijk maken een voor een misdrijf verantwoordelijke persoon te identificeren. Alleen in dit geval mogen ze langer worden bewaard.

Beelden van camera's die niet aan de voorschriften voldoen, worden soms als bewijs aanvaard, maar kunnen ook worden geweigerd. Het is dus belangrijk de regels te respecteren, zoniet zijn uw camera's nutteloos.

De politie kan in geval van misdrijf toegang vragen tot de gefilmde beelden.

Bewakingscamera in een privé appartement

Een mede-eigenaar kan een bewakingscamera in zijn of haar appartement installeren zonder iemand om toestemming te vragen. De camera mag echter niet gericht zijn op de gevel of het balkon indien deze deel uitmaken van de gemeenschappelijke ruimten van het gebouw.