2 aug. 2022

Het verlaagde BTW-tarief van 6% voor woningrenovatie is een bekende en gewaardeerde maatregel in België. Tot 1 januari 2022 moest men aannemers een certificaat overhandigen waaruit bleek dat de woning in aanmerking kwam voor dit btw-tarief. Met het oog op vereenvoudiging en gezien de talrijke renovaties die nog moeten worden uitgevoerd om woningen energie-efficiënter te maken, is dit certificaat afgeschaft. Laten we even kijken naar dit verlaagde tarief van 6% en de nieuwe toepassingsvoorwaarden.

Voorwaarden om te genieten van het verlaagd btw-tarief van 6%

Dit BTW-tarief is van toepassing op renovatie- en herstellingswerken aan woningen en is onderworpen aan volgende 3 voorwaarden:

  • De woning moet voor particuliere en niet-beroepsmatige doeleinden worden gebruikt, of hoofdzakelijk voor particuliere doeleinden.
  • Het huis moet minstens 10 jaar oud zijn. Om de ouderdom te bepalen wordt niet de datum van de bouw in aanmerking genomen, maar de datum van de eerste bewoning.
  • De werkzaamheden moeten rechtstreeks aan de eindgebruiker (eigenaar, huurder, vruchtgebruiker, enz.) worden gefactureerd.

Indien aan één van deze voorwaarden niet voldaan wordt, is het normale BTW-tarief van 21% van toepassing en is de klant, binnen deze condities, verantwoordelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, rente en boetes.

De werkzaamheden kunnen zowel betrekking hebben op het interieur als op de buitenkant van het huis (nieuwe elektriciteit, isolatie, schilderwerk, centrale verwarming, veranda, terras, enz.) Het tarief van 6% is ook van toepassing op de gefactureerde werkuren.

Voormalig voor te leggen certificaat

Om in het verleden voor het verlaagde tarief in aanmerking te komen, moest de opdrachtgever/klant de aannemer een attest voorleggen waarin stond dat het huis meer dan 10 jaar oud was en hoofdzakelijk voor privédoeleinden werd gebruikt. De aannemer moest deze certificaten bewaren en bij zijn facturen voegen, hetgeen de zaken nogal ingewikkeld maakten.

Nieuwe reglementering

Sinds 1 januari 2022 en hoofdstuk 12 van de wet betreffende diverse bepalingen inzake de belasting op de toegevoegde waarde, hoeven aannemers dit certificaat niet meer te behalen. Zij zijn evenwel verplicht om op elke betrokken factuur met 6%-tarief het volgende te vermelden:

"BTW-tarief: Bij gebreke van een schriftelijke betwisting binnen één maand na ontvangst van de factuur, wordt de klant geacht te erkennen dat
(1) de werkzaamheden worden uitgevoerd in een woongebouw dat voor het eerst is bewoond in een kalenderjaar dat ten minste tien jaar voorafgaat aan de datum van de eerste factuur voor die werkzaamheden,
(2) de woning na de uitvoering van de werkzaamheden uitsluitend of hoofdzakelijk als particuliere woning wordt gebruikt, en
(3) het werk geleverd en gefactureerd
wordt aan een eindgebruiker.

Indien één of meerdere van deze voorwaarden niet is voldaan, is het normale 21% BTW-tarief van toepassing en is de klant, in verband met deze voorwaarden, aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, rente en boetes.

Van 1 januari tot 30 juni 2022 hadden ondernemers de keuze om deze tekst op hun facturen te vermelden of hun klanten om een certificaat te vragen. Sinds 1 juli 2022 is alleen de vermelding op de factuur nog mogelijk. Deze vermelding moet wel duidelijk zichtbaar op de factuur vermeld worden.

Verantwoordelijkheid van de opdrachtgever

Indien de opdrachtgever, de klant, vaststelt dat hem een 6%-tarief is aangerekend terwijl er niet werd voldaan aan één van de voorwaarden om van dit tarief te kunnen genieten, moet hij de factuur binnen de maand schriftelijk aan de aannemer betwisten. De aannemer moet dan de factuur corrigeren door het normale BTW-tarief van 21% toe te passen.

Indien u de factuur schriftelijk hebt betwist, bent u niet langer aansprakelijk voor de onjuiste toepassing van het tarief. Om te kunnen bewijzen dat de termijn van een maand niet overschreden werd, kan de brief het best aangetekend worden verzonden. Als u de tarieffout echter niet meldt, bent u er zelf aansprakelijk voor en niet de aannemer.